Eerste hulp bij VTA: vaak voorkomende defectsymptomen bij bomen

Met de Visuele boomveiligheidscontrole of VTA (Visual Tree Assessment) schat je de stabiliteit en veiligheid van een boom in en kan je voorspellen hoe die gaat evolueren. Op basis van de VTA kan een boomverzorger een actieplan opstellen om de boom te behandelen en op een duurzame manier te beheren. In dit artikel geven we je enkele vaak voorkomende defectsymptomen. 

Auteur: Bosgroepen Oost-Vlaanderen

Plakoksel

Een plakoksel is een verbinding tussen twee takken of tussen de stam en een tak waarbij er ingegroeide schors tussen beide delen aanwezig is. Dit zorgt voor een slechte vergroeiing. De beide delen ‘plakken’ dan als het ware tegen elkaar. Een plakoksel is gevoelig voor uitscheuren. Bomen die zware takken hebben met plakoksels worden gelabeld als verhoogd risico. Bij een plakoksel is de verbinding tussen beide takken V-vormig en diep ingesneden. Een goede takaanzet is U-vormig.

Schuurtak

Soms kruisen takken elkaar en schuren ze over elkaar. De verwonding die ontstaat, is een toegangspoort voor allerlei aantasters, maar zorgt ook voor mechanische verzwakking. Zware schuurtakken kunnen op die manier een oorzaak zijn van verhoogd risico.

Scheefstand

Scheve bomen konden meestal niet meer rechtop groeien, bijvoorbeeld door de schaduw van hun buren. Zie je een scheve boom waarvan de jonge scheuten van een boom ook scheef staan? Dan komt dat door een plotse gebeurtenis, zoals een storm. Scheefgegroeide loofbomen hebben vaak aan de trekzijde een verstevigd wortelgestel en compensatiegroei. Naaldbomen vormen duwhout, zij doen dus aan compensatiegroei aan de tegengestelde zijde. Als bomen deze aanpassingssymptomen vertonen, vormen ze geen verhoogd risico.

Uitwendige kankers

Soms komen op de stam of takken uitwendige kankers voor. Deze hebben geen enkele invloed op de houtkwaliteit en beïnvloeden dus de breukgevoeligheid niet.

Deze opleidingen mag je zeker niet missen

Ontdek het volledige aanbod opleidingen in het thema Boomverzorging