De harkwesp zoemt op ongekend terrein

Auteur: Femke Batsleer  | UGent

De harkwesp kwam vroeger in alle zandstreken in Vlaanderen voor, maar door het dichtgroeien van zandige plekken ging ze sterk achteruit. De laatste jaren doet deze zeldzame soort het weer iets beter. Zo werden er al grote clusters nesten gevonden in het Zwin Natuurpark en werd Averbode Bos en Heide gekoloniseerd.

De harkwesp (Bembix rostrata) is gemakkelijk te herkennen aan de golvende gele en zwarte lijnen op het achterlijf en de felgroene ogen. Ze is een grote solitaire graafwesp die nestjes maakt in het zand. Harkwespen zijn dan wel solitair, maar graven nesten vlak bij elkaar. De vrouwtjes leggen in elk nest één eitje en doen aan broedzorg. Erg uitzonderlijk voor solitaire insecten.

Historische achteruitgang

Zo’n honderd jaar geleden kwam de harkwesp in alle zandige streken in Vlaanderen voor. Na een sterke achteruitgang bleven de laatste decennia slechts populaties over in de duinen van de Westkust en het stuifzand van Geel-Bel. Oorzaken van deze historische achteruitgang zijn wellicht veranderingen in landgebruik, het dichtgroeien van landduinen en daarmee het wegvallen van zanddynamiek.

Nieuwe generaties in ongekende oorden

Maar de laatste jaren lijken ze zich terug uit te breiden. De afgelopen warme zomers zullen er mee te maken hebben dat ze ongekende oorden zijn gaan opzoeken. Daarvan zien we nu de volgende generaties, ook in de Zwinstreek.

Ook van belang is het heide- en landduinherstel in de Kempen. In gebieden als Averbode Bos en Heide en de Keiheuvel zijn weer open zandige plekken gecreëerd met de overgangen naar begroeide plekken die de harkwesp nodig heeft voor haar nestjes. Bij natuurstreefbeelden Heide zou de soort dan ook vermeld kunnen worden als doelsoort van dynamische landduinen.

Deze opleidingen mag je zeker niet missen

Ontdek het volledige aanbod opleidingen in het thema Natuurkennis